Uiterlijke kenmerken

Wat is morfologie?

In de morfologie zijn veel lichaamselementen met namen aangeduid. Het oude Griekse woord morfè (vorm) heeft tot de term morf-logie geleid en al vroeg in de geschiedenis werden al termen verzonnen om lichaamselementen van mens, dier en plant te kunnen benoemen.
De meeste termen zijn ondergebracht in de Engelse taal, met name wanneer men spreekt over vleugelkenmerken dan zijn het vooral Engelse, in combinatie met Latijnse termen. Benamingen van structuren en onderdelen in de genitalia van adulten zijn vrijwel allemaal in het Latijn en zij worden wereldwijd toegepast. Het behandelen van belangrijke termen op deze website kunnen inzicht bieden bij het begrijpen van determinatietabellen, die elders op deze website en her en der in publicaties aan bod komen.

De bouw van de adult

Het vlinderlichaam bestaat uit kop, thorax (middelstuk) en abdomen (achterlijf). De thorax bestaat uit drie belangrijke delen, het voorste deel genaamd mesothorax en het achterste deel metathorax, aan weerszijden van de mesothorax liggen twee schelpvormige structuren, tegula genaamd.Onder de tegula ligt de aanhechting voor de voorvleugel, met name zorgt deze tegula dat de warmte tijdig efficiënt kan worden opgeslagen. De kop is een van de meest uitwendig ingewikkeld lijkende onderdelen van het lichaam, het bezit bij een selectief aantal soorten een gehooringang, altijd antennen (antenna, mv. antennae), roltong, palpen en ogen. Met name spelen deze palpen een grote rol bij de herkenning van soorten en families, doordat deze palpen, bijna altijd bestaande uit drie segmenten, verschillende vormen en kleuren kennen. Daarnaast zijn de antennen soms kenmerkend, die een eigen structuur kennen met soms dicht bij de basis van de antenne met een verdikking van schubben, zoals bij Phycita roborella (Pyralidae) op de plaats van de schaft (figuur 1, verdikking ontbreekt hier).De ogen of facetogen bestaan uit vele kleine oogjes, zij dragen ook wel de naam ocelli. Boven deze ogen bevinden zich soms nog haarborstel zoals bij Bucculatrix (Bucculatricidae) of een sterk beschubde oogklep bij Opostega salaciella (Opostegidae).
De abdomen, bestaande uit doorgaans tien segmenten, is een complex en erg belangrijk deel van het lichaam. In het uiterste deel van het lichaam ligt het copulatieapparaat, genitaliën (genitalia). Per familie en genera zijn deze genitalia vaak zeer verschillend en door deze genitalia op een uitvoerige manier te kunnen uitprepareren kan gelet worden op de opbouw van de genitaliabouw en structuren. De genitalia zijn per soort identiek en dus kan het onderscheid, ook bij afgevlogen exemplaren kunnen worden gevonden en uiteindelijk resulteert de determinatie vaak in succes.

Aan de thorax zit het eerste stel poten, waarbij wij het eerste en dikste deel van de poot de coxa noemen.Aan de coxa zitten nog twee langere pootsegmenten, de bovenste van deze twee draagt de naam femur, de laatste de tibia. De coxa en de femur staan met elkaar in verbinding door een stevige "scharnier", de trochanter. Na de tibia volgen nog enkele kleine segmentjes, al deze bij elkaar heten de tarsus. Het uiteinde van deze tarsus bezit enkele weerhaakjes. Bij sommige soorten als het genus Gillmeria (Pterophoridae) speelt de kleur van elk pootsegment een belangrijke rol in de herkenning. De poten tonen ook nog enkele stekels, die zijn bevestigd aan de tibia. Deze stekels worden vaak sporen genoemd. Wij verwijzen u naar de vleugeltekening voor meer informatie over de opbouw van de vleugels.



De bouw van de rups

Voor dit onderdeel verwijzen we u naar "Determineren van rupsen".

Morfologie van poppen

De poppen bestaan uit drie segmenten, die dicht aan elkaar liggen en dus lastig van elkaar zijn te onderscheiden. Het voorste deel is vaak glad, of puntig, met de vorm van de ogen, poten en voelsprieten in de popstructuur zichtbaar. Dit is het kopsegment. Vanuit hier lopen de vleugels, twee duidelijke vlakken die zichtbaar zijn in de popstructuur, die bij mineerders als Gracillariidae vanaf 1/3 wat uitsteekt. Bij sommige Gelechiidae (Metzneria e.a.) loopt dit vleugelvlak zelfs door tot aan het anale segment van de pop. Het tweede thoracale segmenten zijn ca. drie segmenten na de kop, vaak breder en dit deel beweegt niet. De laatste segmenten, een stuk of tien kunnen wel worden bewogen, de abdominale segmenten. Aan weerszijden van de pop liggen soms kleine structuren in de vorm van stekelige randjes, met nadrukkelijk aanwezig de ademhalingsopeningen.
Aan het uiteinde, op het anale segment, bevindt zich het cremaster, een klein kunstzinnig uitsteeksel in de vorm van een punt, haak of knots.
Alleen bij een sterke vergroting is deze goed zichtbaar. Bij determinaties is dit cremaster van noodzaak, zoals bij de soorten uit het genus Phyllonorycter, vouwmotten, bijvoorbeeld de op wilg levende soorten (P. salictella, P. salicicolella, P. pastorella en P. hilarella). Het onderscheid tussen mannelijke en vrouwelijke poppen is gemakkelijker bij macro's dan bij micro's. Bij micro's is het anale segment soms breder, de abdominale segmenten wat breder en op het anale segment is soms aan de onderzijde een kleine verticale structuur zichtbaar, lopend op drie segmenten vanaf het cremaster bij wijfjes. Mannetjes hebben twee van deze structuren op twee segmenten.

Een pop van een Choreutidae (illustratie naar Rota, 2005).

Rota, J. (2005) Larval and Pupal Descriptions of the Neotropical Choreutid Genera Rhobonda Walker and Zodia Heppner (Lepidoptera: Choreutidae) Annals of the Entomological Society of America, 98: 37-47.

 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.