Voorkomen
Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Zeer algemene soort. Adulten vliegen van mei tot eind augustus, rupsen zijn te vinden in juni en het einde van augustus en oktober.
Herkenning
De voorvleugels van de adulten hebben een bruine basiskleur met voorbij het midden van de vleugel een witte band. De uiteinden van de vleugels zijn voorbij de witte rand paarsbruin. De kop is zwart behaard bij de mannetjes, donker-oker of zwart bij vrouwtjes. Mannetjes hebben androconial schubben op de achtervleugels. Voor betrouwbare determinatie is genitaalonderzoek nodig, of het kweken van de rupsen.
Levenswijze 'biologie'
Van de vier Nederlandse Stigmella soorten (S. oxyacanthella, S. crataegella, S. perpygmaella en S. hybnerella) en de enkele Ectoedemia (E. atricollis) die op Meidoorn mijnen maken is dit de enige soort die al in juni actief is. Later in het seizoen zijn de mijnen lastiger te onderscheiden, maar het is niet onmogelijk.
Etymologie
De naam is gebaseerd op de levenswijze van de rups, zij mineert (=mineermot).
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Eenstijlige meidoorn (C. monogyna) en tweestijlige meidoorn (C. laevigata).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|