Voorkomen
In naaldbossen vrij gewoon en soms talrijk, daarbuiten beduidend zeldzamer. Overal in het binnenland en met regelmaat ook in de duinregio.
Herkenning
Vliegtijd van juni tot in augustus. De voorvleugels zijn nogal smal, met een afgeronde en schuine achterrand met een smalle doch verdikte omslag, niet tot het midden reikend, glanzend licht loodgrijs, met een fijn grijs netwerk, waardoor de grondkleur uit vele ronder vlekjes schijnt te bestaan (bij wijfjes is dit nog krachtigere aanwezig); met een effen oranje-okergele bestuiving tussen het wortelveld en de middenband, niet tot de voorrand reikend en minder duidelijk in het ¼ apicale vleugeldeel; de tekening van de zwarte bestuiving bij mannetjes en wijfjes gelijk als bij het mannetje duidelijker. Het wortelveld compleet, zijn rand weinig gebogen, verticaal; de middenband vrij breed, iets ingesnoerd boven het midden, de voorrandsvlek verdoezeld tot in de vleugelpunt. Bij het wijfje is dit kleiner. Achtervleugels zijn zwartbrons met enige purperen glans (Bentinck & Diakonoff, 1968a).
Levenswijze 'biologie'
In mei en juni vooral op Larix (Bentinck & Diakonoff, 1968a) maar rupsen mogelijk al vanaf september. De rups is groen, met twee groenbruine rugstrepen, de kop is lichtbruin en het nekschild is donker van kleur (Bentinck & Diakonoff, 1968a). In bijeengesponnen naalden of bladeren of alleen de uiteinden vastgesponnen (Kuznetzov, 1987a).
Etymologie
Raven (vogel), verwijst naar de donkere kleur.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Berk (Betula) (Kuznetzov, 1987a) en Larix (Razowski, 2002a), esdoorn (Acer platanoides (Bentinck & Diakonoff, 1968a) worden als waardplanten aangegeven. Mogelijk zijn er meer bomen die als waardplant fungeren.
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|
|
Bekijk eerdere periodes...
|