Voorkomen
Een vrij algemene soort die gebonden is aan de zandgronden in het binnenland en in de duinen.
Herkenning
...
Levenswijze 'biologie'
De rups leeft van augustus tot in mei na de overwintering. Kop en nekschild van de volgroeide rups zijn diep zwart van kleur, nekschild soms iets bruiniger. Lichaam wittig grijs met twee paarsachtige bruine banden tussen elk segment, pinacula met dezelfde tint als de rest van het lichaam, anale plaat en poten bij de kop bruin. De lengte van volgroeide exemplaren bedraagt 12 tot 13 mm De rupsen leven op mossen en algen in een kleine tubus van spinsels met daarin andere materialen verwerkt, zoals uitwerpselen. De pop is te vinden in mei en juni (Harper et al., 2002a).
Etymologie
Verwezen wordt naar de levenswijze van de rups.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Mossen en algen op boomstammen met een vooral wat weke schors. Harper et al. (2002a) geeft een notitie van Langmaid & Heckford dat B. lunaris als rups gevonden is op groene schotel- korst (Lecanora conizaeoides).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|