Voorkomen
De soort is algemeen tot zeer algemeen aan de kustgebieden, voornamelijk Zeeland en de Waddeneilanden en is eigenlijk altijd aan te treffen waar de waardplant, zulte (Aster tripolium) groeit.
Herkenning
De adult vliegt in twee generaties, in juni-juli en opnieuw in augustus-september.
De soort is goed herkenbaar. De vleugels zijn rookbruinig, zandkleurig bruin tot iets roodbruinig. Het komt vaak voor dat de tekening zowaar ontbreekt. Getekende exemplaren bezitten vanaf de basis lopend een witte wortelstreep, die in contact staat met twee haakvormige witte vlekken midden op de vleugel. Zowel bij vale exemplaren als getekende exemplaren zijn er twee (deels) witte haakvormige vlekken aan iedere zijde van de vleugel, richting de vleugelpunt, daartussen is er een kleine zwarte stigmavlek. Kopbeharing overwegend wit, met soms een opvallend oranje centrum. Te verwarren met B. noltei, maar bij deze soort ligt de zwarte stigma in de apexpunt/vleugelpunt, in tegenstelling tot bij B. maritima is de vleugelfranje veel lichter gekleurd.
Levenswijze 'biologie'
De larven mineren in het blad van Zulte (Aster tripolium) (Emmet, 1985a; Ellis, 2005a). Aanvankelijk is het een dunne gangmijn die door kan lopen tot in de stengel. De uitwerpselen liggen in een dunne lijn in de gang (Ellis, 2005a). Later maakt de larve blaasmijnen waarin ze kort leven tot de verpopping; of de larven leven vrij, waarbij ze venstervraat veroorzaken (Ellis, 2005a). De verpopping vindt plaats in een rib-achtige cocon in de strooisellaag of aan de plant (Emmet, 1985a; Kimber, 1998a). Voor afbeeldingen en een uitgebreide beschrijving van de larve en de vraatsporen, zie Ellis (2005a).
Etymologie
Ooglapmot verwijst naar de verdikte antennebasis, die in rust over het oog valt. Te verwarren met oogklepmotten (= Opostegidae).
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Zulte (Aster tripolium) (Emmet, 1985a; Ellis, 2005a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|
|
Bekijk eerdere periodes...
|