Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen maar nog niet zo lang uit ons bekend is. De soort heeft zich in de huidige eeuw zeer sterk over ons land uitgebreid.
Met name binnen stedelijk gebied waar de waardplant, esdoorn, voldoende aanwezig is. De soort werd in 2007 voor het eerst aan de hand van een adult in Nederland vastgesteld in de duinen van Zuid-Holland (leg. Muus & Corver), daarna werd de soort ook in andere delen van het land gevonden, vooral in Friesland (Corver et al., in prep.). De soort is in omringende landen veel minder algemeen (Prins & Steeman, 2005a; Kimber, 1998a).
Herkenning
De vlinders worden weinig gevonden, zij vliegen in twee generaties. De eerste generatie in juli, de tweede generatie vanaf september tot in mei. De soort komt matig op licht, en is tamelijk variabel. Gezien de sterke gelijkenis met de midden-Europese soort C. fribergensis (Fritzsche) is onderzoek naar de genitalia vereist.
Levenswijze 'biologie'
Ei wordt afgezet aan de bladonderzijde, waarna er een kleine eerste mijn onstaat. Namate de rups groter is maakt deze twee bladrollen bij de punt van het blad waarin de rups leeft. De rollen zijn gemakkelijk te herkennen maar dienen opgekweekt te worden om verwarring met de niet-Nederlandse soorten C. hauderi en C. semifascia te voorkomen. De vlinder kent twee generaties van oktober tot in mei, en tenslotte een kleine tweede generatie in de zomer. De rupsen zijn te herkennen aan de oranje monddelen, maar ook andere soorten Caloptilia vertonen deze kleuren. Rups is verder zeer lichtbehaard, met een lichte gelige tint. Rupsen worden veelvoudig geparasiteerd. Verpopping vindt plaats in de buurt van de bladrollen, aan de onderzijde van het blad in de buurt van een bladnerf. Beschrijvingen van de soort zoals pop en rups worden elders nog gepubliceerd.
Etymologie
Steltmot verwijst naar de verlengde steltachtige poten.
Synoniemen: = esdoornmineermot (Kuchlein, 2008)
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Voornamelijk spaanse aak (Acer campestre), in Nederland eveneens ook op gewone esdoorn (A. platanoides) maar wordt daar beduidend minder op gevonden (Corver et al., in prep.).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|