Voorkomen
In de Hollandse duinen en Zuid-Limburg. Mogelijk een adventief in Nijmegen.
Herkenning
Vleugelwijdte 18-25 mm. Vliegtijd van eind juni tot eind augustus. Langs de gehele voorrand van de strogele voorvleugel een onscherp begrensde bruine lijn. De voelspriet van deze soort heeft een opvallend geblokt patroon.
Levenswijze 'biologie'
De eieren worden afgezet op de bladeren. Rupsen overwinteren.
Etymologie
Veder = veer, verwijst naar de veerachtige vertakkingen van de vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Grote tijm (Thymus pulegioides), kleine tijm (Thymus serpyllum), breed longkruid (Pulmonaria officinalis) en wilde marjolein (Origanum vulgare).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|