Voorkomen
Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Verspreid over heel Nederland is P. ruralis een uitgesproken gewone soort die met name in de zomermaanden talrijk kan zijn.
Herkenning
De vlinders kunnen overdag uit de vegetatie opgejaagd worden maar komen ook goed op licht. Vliegtijd ligt tussen juni en tot in september. De vlinders zijn vrij fors van formaat en worden daardoor snel verward met spanners (Geometridae). De vleugels hebben een blauw/paarse weerschijn en zijn daardoor gemakkelijk te herkennen.
Levenswijze 'biologie'
De rupsen leven van half augustus tot na de overwintering in april op brandnetelbladeren, die naar de onderzijde worden opgerold en door de rupsen worden vastgesponnen met wit rag. Jonge rups met brede wratten. De volgroeide rupsen zijn dof groen van kleur met duidelijke beharing, zonder anaal schild. De kop van halfvolgroeide rupsen is aan elke zijde voorzien een brede zwarte vlek. In het eindstadium, dat vanaf half september kan worden aangetroffen, is de kop gelig en zijn alleen de kaken nog donker. De kop van P. ruralis staat recht naar voren met eveneens wat uitstekende kaken. De rupsen wisselen enkele malen van bladspinsel en eten bij voorkeur in de nacht, in hetzelfde ingerolde blad verpoppen de rupsen ook in het voorjaar.
Etymologie
De zilverachtige glans over de vleugel doet denken aan parelmoer.
Synoniemen: = netelmot (Waring & Townsend, Vlinderstichting, 2006)
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Brandnetel (Urtica dioica), zeer zelden ook andere lage planten, zoals Parenti (2000a) vermeldt: de families van de ganzenvoeten (Chenopodiaceae), duizendknopen (Polygonaceae) en rozen (Rosaceae).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|