Voorkomen
Een soort die in het gehele land op de zandgronden aangetroffen kan worden. In het oosten van het land echter zeer weinig aangetroffen.
Herkenning
Vleugelwijdte 16-23 mm. Vlinders worden van eind mei tot eind september waargenomen. Kenmerkend voor deze soort in het geslacht Stenoptilia is de dubbele punt in de buitenrandsfranje van de eerste veer van de voorvleugel.
Levenswijze 'biologie'
De rupsen leven op echt duizendguldenkruid (Centaurium erythraea) en strandduizendguldenkruid (C. littorale). De bladeren, bloemen en later de zaden worden aangevreten. Verpopping volgt aan de stengel of onder een blad.
Etymologie
Veder = veer, verwijst naar de veerachtige vertakkingen van de vleugels.
Synoniemen: = grijze vedermotje (Sepp, 1834)
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Echt duizendguldenkruid (Centaurium erythraea) en strandduizendguldenkruid (C. littorale). Minder gewoon op bitterling (Blackstonia) en gentiaan (Gentiana).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|