Voorkomen
Een vrij algemene soort die gebonden is aan de zandgronden in het binnenland en in de duinen.
Vooral op plaatsen met voldoende loofbomenopslag.
Herkenning
De vlinder komt op licht. De vlinder vliegt ongeveer van mei tot september (Elsner et al., 1999a) maar Nederlandse waarnemingen zijn vooral in juni en juli.
Levenswijze 'biologie'
De larve van deze soort voedt zich in de lente met knoppen en jonge uitlopers van onder andere Corylus (hazelaar) en Ulmus (iep). De rups is nog onbeschreven (Bland et al., 2002a).
Etymologie
De term 'palpmot' verwijst naar de gekromde palpen; in het Duits palpenmotten. De term zebra verwijst naar de tal van witte streepjes op de vleugel.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Hazelaar (Corylus), iep (Ulmus) maar ook perzik (Prunus persica) (Bland et al. (2002a); Huemer & Karsholt, 1999a). Elsner et al. (1999a) noemt tevens appel (Malus) en Prunus. Is ook gekweekt uit elzen (Alnus).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|