HERKENBAARHEID
 
 
WETENSWAARDIGHEDEN
 
Nationale status
inheems
Landelijk voorkomen
zeldzaam
Concept Rode lijst
Onbepaald
 
WANNEER VLIEGT DE VLINDER?

TOE- OF AFNAME (TREND)
 
Lichte toename.
 
FOTO AANBIEDEN
 
Hoe kan ik bijdragen?
 
AUTEUR(S)
 
Koster, J.C. | Bronnen
 
LAATSTE AANPASSING
 
October 31, 2009, 7:06 pm
Familie: Cosmopterigidae, prachtmotten (subfamilie Chrysopeleiinae)
 
 
wegedoorntwijgmot
Sorhagenia janiszewskae  (Riedl, 1962)
 
 
 

Voorkomen

De soort is lokaal op de zandgronden en de duinen van ons land en kan zowel in droge als in meer vochtige gebieden voorkomen.

Herkenning

De vlinder vliegt in een generatie van half juni tot eind augustus. De soort is gemiddeld iets groter dan S. rhamniella en de vleugels zijn iets smaller, maar is niet met zekerheid te onderscheiden van S. rhamniella. S. lophyrella heeft dezelfde grootte als S. rhamniella, maar de voorvleugels zijn iets lichter en de achtervleugels bleker grijs.

Levenswijze 'biologie'

De larve is grijs. Kop donkerbruin met een V-vormig teken in het midden, het gedeelde borstschild donkerbruin, aan de achterzijde lichter, anaalschild transparant met lichtbruine vlekken. De larve leeft gedurende mei en juni in een gang in de jonge twijgen, etend van het zachte kern tot aan het houtige deel. De vraat veroorzaakt verwelking van de topbladeren van de twijg. Aan de zijkant zit een opening waar de uitwerpselen voor een deel worden uitgeworpen. Verpopping in een licht spinsel aan de grond.

Etymologie

Rupsen in twijgen.

Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"

Sporkehout (Rhamnus fragula), soms ook wegedoorn (R. cathartica).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.

 
VERSPREIDING

Bekijk eerdere periodes...

De soort kan worden verward met:


Sorhagenia rhamniella
wegedoornknopmot

Psoricoptera gibbosella
eikenborsteltje


 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.