Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
Bij naaldbossen en op heiden, in de duinen en heel af en toe daarbuiten.
Herkenning
April tot begin september. In Nederland is de vliegperiode aanzienlijk laat, wat doet vermoeden dat zij in twee generaties vliegt. De soort is crème bruinig tot zeer zacht geelbruin, met zwarte schubben, meer schubben op het breedste deel van de vleugel. De ringvlekken zijn zwart, de onderste vlek is kleiner. Rondom de stigma ligt een brede donkerbruine met bruine vlek, de stigma zelf is een kleine witte stip die heel soms ontbreekt. Palpen eerst met dezelfde kleur als het lichaam, het laatste segment is wit. Franje is bleekgeel en aan het begin zwart geblokt. Door de spitse vleugelpunten en de lichte franje van A. atomella te onderscheiden.
Levenswijze 'biologie'
De rups komt in de herfst uit het ei en overwintert dan in de groene stengel, de opening is gesloten met een spinsel. In het voorjaar verlaat ze de stengel en spint dan twee stengels aan elkaar en leeft hier tussen tot maart of april (Harper et al., 2002a).
Etymologie
Platlijf verwijst naar de in rust neergelegen vleugels.
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Brem (Cytisus scoparius), de soort zou ook op heidebrem (Genista) voorkomen (Harper et al., 2002a).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|