HERKENBAARHEID
 
 
WETENSWAARDIGHEDEN
 
Nationale status
inheems
Landelijk voorkomen
zeer zeldzaam
Concept Rode lijst
Onbepaald
 
WANNEER VLIEGT DE VLINDER?

TOE- OF AFNAME (TREND)
 
Sterk achteruit gegaan.
 
FOTO AANBIEDEN
 
Hoe kan ik bijdragen?
 
AUTEUR(S)
 
Muus, T.S.T. | Bronnen
 
LAATSTE AANPASSING
 
May 7, 2012, 1:47 am
Familie: Psychidae, zakdragers (subfamilie Epichnopteryginae)
 
 
dwergzakdrager
Reisseronia tarnierella  (Bruand, 1851)
 
 
 

Voorkomen

Een uiterst zeldzame soort die al sinds de helft van de 19e eeuw uit ons land bekend is. Uit ons land stammen slechts acht waarnemingen uit de 19e eeuw, deze komen allemaal uit Breda. Zeven waarnemingen werden reeds gedaan in de 20e eeuw, waarvan twee in de tweede helft. Nederweert (1983) door Langohr, en Pietersberg (1988) door Alders (med. H. ten Holt).
Het verspreidingsgebied ligt daarmee in de provincies ten zuiden van de rivieren in Noord-Brabant en Zuid-Limburg.

Herkenning

De vlinders zijn klein en vliegen overdag van april tot begin juni. Mannetjes met bruine vleugels, met grijzige of gelige gloed. Vrouwelijke exemplaren zijn vleugelloos, grijzig en bezitten geen voelsprieten.

Levenswijze 'biologie'

Rupsenstadium vanaf juli-augustus tot in het volgende voorjaar, mei. De rupsen leven in zakjes bestaande uit grassen- en fijne plantendelen. Lengte van de zak ca. 6-8 mm, tamelijk blokvormig. Kop zwart, nekschild zwartachtig met een onderbreking die het schild in twee opsplitst in twee delen, het lichaam is gelig-roze.

Etymologie

Bijzonder kleine larvale zak en vlinder.

Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"

Grassen, lage planten en algen.

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.

 
VERSPREIDING

Bekijk eerdere periodes...

De soort kan worden verward met:


Epichnopterix plumella
graszakdrager


 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.