Voorkomen
Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
De verspreiding van deze soort is bekend van grote delen van Nederland, met daarbij vele uurhokken bekend langs de kust en van de zandgronden.
Herkenning
Spanwijdte 9 tot 11 mm De vlinders vliegen vanaf eind mei tot in augustus. Kopbeharing is wit, palpen witgelig, antennen met zwarte banden. Vvl. voornamelijk wit met een rij donkere vlekken langs de costa. De bruine vlekken zijn variabel in vorm, maar beduidend bruiner dan A. pruniella. Franje donker. Op de helft van de vleugel een donkere vlek, beginnend aan de vleugelonderrand, smaller en krachtig aanwezig. Poten met zwarte tot donkerbruine tussenbanden.
Levenswijze 'biologie'
De soort is gebonden aan meidoorn (Crataegus) en leeft in samengesponnen scheuten in het voorjaar.
Etymologie
Pedaalmot is gebaseerd op de wijze waarop deze soorten (Argyresthia s.str.) rusten, met een opgeheven vleugels. Deze opgeheven houding doet denken aan het voetinstrument pedaal, als in, bijvoorbeeld 'gaspedaal'. De enige oude naam van deze soort is een waar raadsel, daar de rups niet leef in een zakje.
Synoniemen: = glinsterende zakkedrager (bron onbekend, in: Wolfskeel, 2006)
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Meidoorn (Crataegus spp.).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|