Voorkomen
Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.
De soort wordt vooral aangetroffen in parken, bermen en elders waar lindes groeien op wat zonnige standplaatsen. De mijnen worden voornamelijk gevonden op lindes binnen bebouwd gebied maar ook aan zonnige bosranden.
Herkenning
Deze soort is onmiskenbar door de brede, spitse, oranjegele tot gele voorvleugels. Bij de basis een donker tal vlekken, op 1/3 nog een donkere band, op 2/3 een tweetal bredere donkere vlekken met een zwarte streep lopend vanuit één van deze vlekken tot in de vleugelpunt.
Levenswijze 'biologie'
De larve leeft in twee mijnen, eerst een klein begingangetje, daarna in een bredere gang dicht bij de nerf. De verpopping vindt plaats tegen de nerf maar voornamelijk tegen de boomstam. De rupsen zwerven gelange tijd rond en hangen aan draadjes onder aan takken. De larve is gemakkelijk te vinden in dat stadium. De cocon is licht van kleur.
Etymologie
Ooglapmot verwijst naar de verdikte antennebasis, die in rust over het oog valt. Te verwarren met oogklepmotten (= Opostegidae).
Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"
Linde (Tilia), hollandse linde (Tilia x vulgaris).
Links
Bekijk deze soort op Lepiforum.
|