Voorkomen

Een vrij algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen.

Herkenning

De adult is zeer onmiskenbaar zwart met witte tekening en rode kop. De adult vliegt in mei en juni en is redelijk gewoon in boomgaarden en tuinen.

Levenswijze 'biologie'

De larve leeft op appel (Malus) in juli en augustus. De larve begint met een klein bovenzijdig (epidermaal) gangetje, wat vaak herkenbaar is aan een dun roodbruin uitwerpselenspoortje (Ellis, 2005a). Daarna vormt het zich tot een blaasmijn welke tussen twee nerven gecentreerd ligt. De bovenzijde van de blaasmijn wordt zeer snel bruinen trekt zich nauwelijks samen. Vervolgens verlaat de larve de mijn en leeft dan vrij in een omgeslagen bladrand. De larve leeft achtereenvolgens in twee omgeslagen bladranden. De rups verpopt vervolgens op de grond (Ellis, 2005a).

Etymologie

Roest verwijst naar de kleur van de mijn.

Appel (Malus sylvestris) en gecultiveerde appel (Malus) (Ellis, 2005a).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.