|
|
|
|
|
|
|
|
Zevende landelijke excursie in Twente
Gepubliceerd op 26 juli 2013 door Beheer |
|
Begin juli van dit jaar vond de zevende landelijke excursie plaats van Microlepidoptera. Met een opkomst van achttien deelnemers was het weer een grote groep. Met hoge temperaturen en geen neerslag werden al met al weer veel vlinders waargenomen in dit deel van Nederland.
Op maandag 8 juli werd iedereen ontvangen op het campingterrein van Camping "Bij de Bronnen" bij Nutter, Overijssel. In dit terrein waren twee accommodaties gehuurd voor de groep en een van deze lag tegen de bosrand van het particulier terrein van de campingeigenaar. Direct achter het terrein lag het natuurreservaat Springendal, eigendom van Staatsbosbeheer. Na een onthaal kon iedereen plek zoeken voor de overnachting en na het eerste diner werd besloten dat er 's avonds gevangen zou worden in het gebied Springendal en zoals gebruikelijk werden ook rondom de accommodatie - in het bos zelf - lichtbronnen geplaatst. Bij de accommodatie in de bosrand werden drie lakens geplaatst, met nog een vierde van Guus Dekkers, en bij de andere woning had Rudy Klesman een draagbare lichtval opgesteld. In het natuurreservaat, ongeveer een kilometer verderop, werden ook een viertal lakens opgesteld. Bijzondere soorten lieten zich zien, zoals de kleine sparappelboorder (Dioryctria simplicella), de armbandmot (Elegia similella), donkere maanpalpmot (Teleiodes flavimaculella), de bosbeswitvlekmot (Incurvaria oehlmanniella), het citroenstamgastje (Denisia similella) en de azuurbladroller (Spatalistis bifasciana). Voor de macroliefhebbers was het ook geweldig: er werden exemplaren van de zwarte-L-vlinder (Arctornis l-nigrum) en de bruine sikkeluil (Laspeyria flexula) genoteerd.
Op deze avond, net als op alle andere avonden bij de accommodatie, werd het diner verzorgd door Grace Nijland met alle dagen veel, divers en lekker eten. En wie hield van een biertje, die nam er één, of twee, of meer..
De tweede dag werd het terrein bij Voltherbroek verkend met de groep. Een Natura 2000 gebied, bestaande uit blauwgraslanden, broekbossen en sloten: al met al deel uitmakend van dit schitterende beekdalgebied. Overdag waren grote parelmotten (Glyphipterix thrasonella) en enkele kleine ijsvogelvlinders in het gebied aanwezig om de groep te overtuigen van hun schoonheid! Leon Olstoorn en Tymo Muus bezochten het gebied later op de dag (tussen de muggen door!) en richtten zich vooral op de bladminerende soorten in het terrein, ook zagen zij enkele exemplaren van de nogal zeldzame biezengrasmot (Crambus uliginosellus). Deze avond werd er in het Dal van de Mosbeek met licht geïnventariseerd. Dit is een oud loofbosterrein pal langs de grens met Duitsland. De bruine zoompalpmot (Sophronia semicostella), het naaldkunstwerkje (Bisigna procerella), de zwartbruine vlakjesmot (Catoptria verellus) en de prachtgrasmineermot (Elachista nobilella) waren hier onder andere uitblinkers. Paul van Wonderen verzamelde in dit terrein een kleine nepticulide die later, na de excursie, kon worden gedetermineerd als de zeer zeldzame goudfranjedwergmot (Bohemannia auriciliella).
Op woensdag werd overdag het terrein van Springendal nader verkend, tussen de vele bosbessen en jeneverbessen konden ook weer specialisten worden gevonden, zoals een groot aantal mijnen van de bosbesmineermot (Stigmella myrtillella) en de oranje vlekpedaalmot (Argyresthia abdominalis). Met een tweede groep werd het gebied later nog eens doorlopen doormidden van een bladmijnenwandeling, hier werden zo'n veertig soorten bladmineerders genoteerd. Beginmijnen van de berkenzilvervlekmot (Heliozela hammoniella), waarbij de middennerf van berkenbladeren "opzwellen" en de sterk kronkelende mijnen van de grijze lijsterbesmineermot (Stigmella magdalenae) waren de meer ongewone soorten op de lijst. Deze avond werd er met zes lampen gevangen in het natuurgebied bij Voltherbroek, een terreintje met onder andere wat dop- en struikheide. Uitblinkers en juweeltjes van deze avond: de zeer zeldzame ruwe-smelemineermot (Elachista adscitella), zwarte palpmot (Gelechia nigra), haagbeukmot (Agrotera nemoralis), de bruine oogbladroller (Epinotia signatana), de frambozenpalpmot (Argolamprotes micella) en een vlindertje van de knopzakdrager (Bacotia claustrella). Heel opvallend was de aanwezigheid van de fraaie oogbladroller (Epinotia cruciana) die vooral voorkomt langs de Nederlandse kust en in en rond de moerasgebieden van de Betuwe en de Weerribben: de soort was talrijk. Deze avond werden er alleen al meer dan 160 soorten vlinders gedetermineerd.
De zogenaamde "thuisblijvers" hadden het voordeel dat zij eerder op bed konden. Qua vlinders zowaar even veel te beleven en literatuur, chips en bier of wijn binnen handbereik. Op de eerste drie avonden werden bij de accommodatie al met al 130 tot wel 140 soorten vlinders met licht gelokt! Sommige soorten zag je snel over het hoofd, zoals de talloze zebramotten (Parornix sp.) en een enkele slanke witte berkensteltmot (Caloptilia populetorum).
Donderdag ging de groep richting de Engbertsdijksvenen. Helaas werden hier geen massa's vlinders gezien...maar maar de zon had kracht en tijdens zo'n dag is een wandeling altijd een genot. Naast de vele typische heivlinders werd ook de haakjeswortelmot (Dichrorampha vancouverana) gespot en heeft John van Roosmalen her en der nog gelet op de bladminerende soorten. Terwijl de groep richting Almelo ging, naar het wokrestaurant voor het einddiner, konden Leon en Tymo het niet laten om nog over een heideveld van Bruinehaar te wandelen, van oorsprong deel uitmakend van een landgoed. Hoewel hier maar zo'n kleine twintig soorten werden gespot, toch nog ruspen van de witte haakbladroller (Ancylis laetana), een enkele salielichtmot (Anania verbascalis) en tal van mijnen van de tweekleurige wilgenroosjesmot (Mompha raschkiella).
Diezelfde avond werd er gegeten in Almelo, zoals gebruikelijk met z'n allen "even ergens anders" dan eten bij de accommodatie zelf. Een nieuwe ervaring voor zij die nog niet eerder de wok of teppanyaki ervaring hadden. Met een keurige bediening en een heerlijke maaltijd: een heel fijn einddiner.
Diezelfde avond was het beduidend kouder dan de dagen ervoor. De plannen werden daarom gewijzigd en de beschikbare lampen werden als een grote lijn aan verlichting achter elkaar geplaatst, nog verder het bos in. Vijf lampen op één rij en voor de woning had Thijs Knol ook een lamp opgesteld. Weinig vlinders, toch nog enkele soorten die het vermelden waard zijn: diverse exemplaren van de gevlekte mospalpmot (Bryotropha galbanella), de bessenpedaalmot (Argyresthia sorbiella) en eveneens één zwarte palpmot (G. nigra). Vlak het einde van de nacht merkte Tymo nog een onbekende tineide op, die vooralsnog is gedetermineerd als een smalle vogelnestmot (Niditinea striolella), een zeer zeldzame soort, en aangezien de soort wat tekening verloren is dient er nog een microscopisch preparaat te worden gemaakt.
Voor sommigen was het geen overbodige luxe om iets eerder dan gebruikelijk naar bed te gaan, aangezien het al meerdere avonden tot laat opblijven was: bovendien moest iedereen weer vroeg op voor vertrek!
Categorie: Verslagen
| Terug naar nieuwsoverzicht |
Ouder | Nieuwer
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|