Voorkomen

Een zeldzame soort die alleen nog bekend is van de zandgronden in Gelderland en Overijssel, zij is daar ook behoorlijk lokaal, ook zijn er vroeger enkele malen vlinders gevonden op de heidevelden in Utrecht.

Herkenning

De vlinders vliegen van april tot augustus, in één generatie (Razowski, 2003a). Zij zijn zwart, donkerbruin gewolkt, tekening wit met fijne geelachtige dwarsstrepen: een brede dubbele band op 1/4, matig geknikt, een bredere van 3/4 van de voorrand naar het einde van de binnenrand lopend, bovenaan sterk verbreed, met een hoekig uitgesneden achterkant. De achtervleugels zijn donkergrijs maar nogal dof van kleur (Bentinck & Diakonoff, 1968a).

Levenswijze 'biologie'

Van april tot mei (Bentinck & Diakonoff, 1968a) rupsen, hetzij dat de rupsenperiode al zal lopen vanaf september in het voorgaande jaar. Zij leven in samengesponnen bladeren van de plant (Razowski, 2003a), in Nederland bosbes (Vaccinium). De rups is donkerbruin, de kop en nekschild zijn beide zwart, het anale schild is lichtbruin (Swatschek, 1958a).

Etymologie

Bladroller is afgeleid van de familienaam bladrollers, ook al leeft deze soort niet expliciet als bladroller.

In ons land blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus) en rode bosbes (V. vitis-idaea). Ook bekend van Rhododendron en wintergroen (Pyrola) (Razowski, 2003a).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.