HERKENBAARHEID
 
 
WETENSWAARDIGHEDEN
 
Nationale status
inheems
Landelijk voorkomen
algemeen
Concept Rode lijst
Onbepaald
 
WANNEER VLIEGT DE VLINDER?

TOE- OF AFNAME (TREND)
 
Stabiel.
 
FOTO AANBIEDEN
 
Hoe kan ik bijdragen?
 
AUTEUR(S)
 
Muus, T.S.T. | Bronnen
 
LAATSTE AANPASSING
 
February 18, 2022, 11:29 pm
Familie: Plutellidae, koolmotten (subfamilie Plutellinae)
 
 
koolmotje
Plutella xylostella  (Linnaeus, 1758)
 
 
 

Voorkomen

Een algemene soort die verspreid over het land kan worden waargenomen. Soort die elk jaar vanuit zuidelijk Europa ons land binnentrekt en zich hier voortplant vanaf begin juni. In warme jaren uitzonderlijk talrijk. Tot in Scandinavië te vinden, in de voorzomer talrijk langs de kust, bekend tot in Spitsbergen en daar in sommige jaren talrijk (Lokki et al., 1978a). Ook op volle zee aan te treffen (Young, 1997a).

Herkenning

De vlinders vliegen van half april tot eind oktober in verschillende generaties, de eerste individuen worden doorgaans vanaf half mei waargenomen. De vlinders zijn kenmerkend door de vooruit gerichte voelsprieten en de vlakke palpen die aan de basis segmentdelen bezitten die naar buiten toe uitsteken. Voorvleugels met een witte zone aan de onderrand, met enkele zwarte begrenzing. Soms is deze witte zone minder aanwezig waardoor de soort volledig bruin is. P. porrectella is iets groter, en heeft een zwarte rand vlak voor de voorvleugelfranje - maar ook vanuit de vleugelbasis ontspringt er een duidelijke zwarte streep die tot vlak voor de helft van de vleugel doorloopt.

Levenswijze 'biologie'

De rups leeft in verschillende generaties. Er zijn meerdere overlappende generaties, de eerste is dominant in juni, vervolgens een tweede ongeveer in half juli/half augustus. In warmere jaren volgt er een derde generatie vlak na de augustusmaand. De kop is oranjebruinig, met donkerbruine spikkels. Nekschild iets lichter gelig, bespikkeld. Lichaam helder groen van kleur, als jonge rups iets bleker van kleur; met wittige wratten met daaruit ontspringend zwarte setae met een bredere zwarte basis. Anale schild is niet gekleurd aanwezig, de anale poten staan iets naar achteren gericht. De rups leeft aan de onderzijde van het blad, vaak vretend en rustend nabij de hoofdnerven, in een zeer licht dradennetwerk. Verpopping in een karakteristiek bolvormig-gaasachtige cocon. Kan een pest zijn in de landbouwsector (Young, 1997a; en verscheidene Nederlandse auteurs o.a. Wageningen UR).

Etymologie

De naam 'koolmot' komt al voor in literatuur uit de 19e eeuw: in de eeuw hierna is ze onterecht wel eens verward met de uil Mamestra brassicae, de kooluil.

Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"

Koolsoorten (Brassica), veldkers (Cardamine), kruidkers (Lepidium), zeeraket (Cakile maritima), muurbloem (Erysimum cheiri), herik (Sinapis arvensis) maar ook heel gewoon op koolzaad (Agassiz, 1996a, e.a.). Als nieuwe waardplant wordt toegevoegd mierik (Armoracia rusticana; Muus, kweek).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.

 
VERSPREIDING

Bekijk eerdere periodes...


 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.