HERKENBAARHEID
 
 
WETENSWAARDIGHEDEN
 
Nationale status
inheems
Landelijk voorkomen
zeer zeldzaam
Concept Rode lijst
Onbepaald
 
WANNEER VLIEGT DE VLINDER?

TOE- OF AFNAME (TREND)
 
Afname.
 
FOTO AANBIEDEN
 
Hoe kan ik bijdragen?
 
AUTEUR(S)
 
Muus, T.S.T. & Corver, S.C. | Bronnen
 
LAATSTE AANPASSING
 
November 16, 2011, 6:35 pm
Familie: Bucculatricidae, ooglapmotten
 
 
duizendbladooglapmot
Bucculatrix cristatella  (Zeller, 1839)
 
 
 

Voorkomen

Zeer zeldzaam in Nederland. Aanvankelijk was de soort alleen bekend uit Limburg (Langohr, 1984, in Kuchlein et al, 1988). De soort is daarna ook gemeld uit Twello (Gelderland), Best (Noord Brabant) in 1985 (Kuchlein et al, 1988), Bergen op Zoom (Noord Brabant) in 1982 en Katwijk (Zuid-Holland) in 1987 (Nieukerken et al, 1993). De soort is daarna niet of nauwelijks meer waargenomen. Ook in Belgie geen recente waarnemingen (Ellis, 2005a). Hoewel de adult nauwelijks wordt waargenomen zou het zoeken naar de vraatsporen meer vindplaatsen kunnen opleveren.

N.B. Waarnemingen uit Limburg zijn niet opgenomen op de kaart van WVF databank.

Herkenning

De adult vliegt in twee generaties. Van april tot en met mei en opnieuw in juli (Emmet, 1985a).

De voorvleugels zijn volledig bruingrijs to grijzig bij meer afgevlogen exemplaren, de ondervleugels bezitten dezelfde kleur als de voorvleugels. De kopbeharing is opvallend oranjebruin, voelsprieten grijs. Zij is alleen te verwarren met afgevlogen exemplaren van andere soorten, bij nadere bestudering naar de aanwezige schubben is dit verschil toch goed te herkennen. Zwak getekende variaties van B. maritima zijn van de soort te onderscheiden door de zwarte banden in de franje.

Levenswijze 'biologie'

De larve leeft aanvankelijk in een dunne gangmijn welke de bladrand volgt. De frass ligt in een smalle lijn in het midden van de gang. Soms begint de larve een tweede mijn. Als de larve groter wordt leeft hij vrij en eet hij het blad uit vanaf de bladtop. Daarna leeft de larve volledig vrij en vreet het blad vanaf de buitenzijde (Ellis, 2005a). De larven leven in het vrijlevende stadium in een opvallend wit cocon-achtig spinsel. De aanwezigheid van de larven wordt verraden door plaatselijk verwelkt en verschrompld blad en de witte cocon achtige spinsels waarin de larven in hun vrijlevende stadium leven (Kimber, 1998a). De larven zijn te vinden in april-mei en juli (Emmet, 1985a). Het verpoppingsstadium vindt plaats in een rib-achtige cocon.

Etymologie

Ooglapmot verwijst naar de verdikte antennebasis, die in rust over het oog valt. Te verwarren met oogklepmotten (= Opostegidae).

Waardplanten of voedsel Voor referenties, zie linkermenu "Bronnen"

Gewoon duizendblad (Achillea millefolium) (Emmet, 1985a; Ellis, 2005a).

Links

Bekijk deze soort op Lepiforum.

 
VERSPREIDING

Bekijk eerdere periodes...

De soort kan worden verward met:


Ocnerostoma piniariella
zomernaaldkwastje

Ocnerostoma friesei
voorjaarsnaaldkwastje

Bedellia somnulentella
potloodmot


 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.