De spectaculaire uitbreiding van de late eikenmineermot (Ectoedemia quinquella) in Nederland

Gepubliceerd op 18 oktober 2013 door Beheer
 

De late eikenmineermot, soms zijn er meerdere mijnen op één blad te vinden (foto: Jan Scheffers)

Het is alweer even geleden dat wij op Microlepidoptera.nl schreven over de uitbreiding van de late eikenmineermot (Ectoedemia quinquella) in Nederland. Bij die ene populatie in het Voornes Duin in 2007 en 2008 is het niet gebleven. Onze bladmijnenliefhebbers Ben van As en Jan Scheffers hebben een grote klus geklaard: het in kaart brengen van de populaties van de late eikenmineermot in het stedelijke westen. Zij kwamen tot een indrukwekkende conclusie: de late eikenmineermot is algemener dan we tot nu toe dachten.


Zeldzaamheid
De late eikenmineermot is één van de grote zeldzaamheden op onze soortenlijst van de microvlinders. Na de eerste vondst in 1988 op de Sint Pietersberg druppelden de waarnemingen binnen. Maar heel gestaag: pas in 1994 werd de soort - na herhaaldelijk gevonden te zijn bij Maastricht - bij Cadier en Keer gemeld. Daarna werd ze ook gezien in het Meinweggebied Het werd interessant toen in 2001 ook een melding verscheen uit Winterswijk. Na deze korte historie komen we bij de ontdekkingen in zuidwest Nederland, waar Ben van As in 2007 een mijntje vond. Dat maakte het nog interessanter! Kort hierna werd ook een waarneming gemeld uit 2008 te Oosterhout.


Kaartje uit Van As & Scheffers (2013) met de huidige verspreiding van de late eikenmineermot, zie onderstaande PDF.

Tijdschriftartikel
De auteurs van het artikel "Over de opmars van de late eikenmineermot Ectoedemia quinquella (Lepidoptera: Nepticulidae) in Zuidwest-Nederland" ontrafelen de verspreiding van deze mysterieuze en zeldzame soort in de zuidelijke Randstad. Ook werd de soort op de Zeeuwse eilanden gevonden, namelijk bij Westhove op Walcheren. Dit artikel is onderaan de pagina op te vragen. Het artikel is weliswaar nog niet verschenen in het tijdschrift Entomologische Berichten, maar wij hebben de toestemming om deze voortijdig te presenteren met de hoop dat wij u kunnen aansporen om op deze soort te letten!

Zoektip voor de late eikenmineermot
De mijnen zijn te verwachten in grote delen van Nederland: maar wie vindt ze als eerst?
U kunt het beste op zoek gaan naar de mijnen van deze microvlinder in de periode begin tot half november. Ze zijn het meest gemakkelijk te vinden in de "groene eilanden", oftewel grotendeels bruin geworden bladeren met nog resterende groene gedeelten.

De mijnen zijn opvallend in het bruine blad, doordat ze omgeven zijn door een intens groene vlek, een zogenaamde "groene eiland" zoals hierboven al even genoemd werd. Groene eilanden zijn een algemeen verschijnsel in een verkleurend herfstblad. Naast de late eikenmineermot worden bij het zoeken ook vaak andere groene eilanden op eik gezien zoals de mijnen van de zeer algemene Ectoedemia subbimaculella, de gespleten eikenblaasmijnmot.
Bij de late eikenmineermot liggen de eilanden verspreid door het blad, terwijl ze bij de gespleten eikenblaasmijnmot ogen als groene vlaggen die uitwaaieren vanuit een nerfoksel. De groene eilanden van de vouwmijn soorten op eik zorgden voor weinig verwarring. Deze zijn gewoonlijk als kleine, vaak iets bolle, ovale vlekken onderscheidbaar.
Het mijntje van de late eikenmineermot is heel kenmerkend: opvallend klein en in een klein oppervlak heen en weer gekronkeld. De rups is eveneens heel kenmerkend. Jonge rupsjes hebben opvallende zwarte plakjes over de ventrale zenuwstreng liggen. Net een zwarte parelketting!
Bij oudere rupsen zijn die er af gevallen. Op het borststuk ligt een donkere vlek.

Gaat u op onderzoek uit?


De late eikenmineermot (links) en de gespleten eikenblaasmijnmot (rechts).

Zie ook:
B. van As & J. Scheffers (2013): Over de opmars van de late eikenmineermot Ectoedemia quinquella (Lepidoptera: Nepticulidae) in Zuidwest-Nederland.

Categorie: Faunistiek | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | Nieuwer


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.