Microvlindercursus Groen & Doen ten einde

Gepubliceerd op 14 september 2013 door Beheer
 
Dit jaar werd de eerste microvlindercursus voor Nederland georganiseerd door de KNNV Groningen. Met twintig deelnemers was het een volle bedoeling. De cursus maakte deel uit van het landelijke programma Groen & Doen, een overheidsinitatief om groene educatieve projecten extra kracht bij te zetten.

Op 1 mei werd de cursus geopend met een twintigtal deelnemers in zorgboerderij de Mikkelhorst te Haren. Het programma sloot goed aan op de andere cursus in Groningen over de ‘grote’ (macro)nachtvlinders. Wie aan beide cursussen wilde deelnemen die was van harte welkom. Het is niet de eerste keer dat er een nachtvlindercursus werd georganiseerd, maar het is wel de eerste keer dat er een programma nadrukkelijk werd gewijd aan de microlepidoptera. Van alle vlinders in Nederland zijn vooral de bonte dagvlinders populair, en ook steeds vaker kijken mensen naar de grotere nachtvlinders…maar al die kleine motjes (circa 60% van de Nederlandse vlindersoorten) worden veelal vergeten.
Voor de cursus werd een afzonderlijke reader ontwikkeld “Microvlinders voor Dummies” om iets meer te vertellen over de micro’s, kleine vlinders of motjes.



De eerste cursusavond stond in het teken van alle grondbeginselen van de microlepidopterologie: van inventariseren tot de vele verschijningsvormen van microvlinders: soorten met borsteltjes, lange sprieten en steltvormige poten. Direct na de eerste cursusavond waren er al een aantal deelnemers die de smaak flink te pakken hadden en enthousiast enkele vlinders meenamen naar de tweede bijeenkomst op 15 mei. Gelukkig was er de gelegenheid om terug te blikken op de vorige avond, zodat alle vragen en onduidelijkheden konden worden beantwoord en opgelost.



De tweede cursusavond stond in het teken van de grote families en als oefening waren er diverse dode micro’s meegenomen en de oefening was om deze in tweetallen op naam te brengen. Aan het eind van de avond had toch elke cursist ongeveer acht exemplaren in een familie kunnen plaatsen en op enkele instinkers (kleurrijke wantsen, schietmotjes en een ‘klein’ parelmotje!) na was het toch knap dat het merendeel tot een juiste oplossing was gekomen.
De laatste theorieavond stond in het teken van de details binnen “micro-land” zoals het onderscheid tussen enkele sterk gelijkende steltmotjes, vedermotjes, grasmotten en bladrollers. Omdat determinatie van de “lastige” micro’s niet afgedaan mag worden als een vanzelfsprekend en eenvoudig iets, werd er enige aandacht besteed aan het fotograferen van micro’s en de cursus eindigde met een oefenronde prepareren. Hier werden enkele spanners en uiltjes voor gebruikt. Niet iedereen was gebaat bij deze ‘omstreden’ oefening, daarom heerste er veel waardering voor het feit dat ieder uiteindelijk toch met veel toewijding de opdracht uitvoerde.





Evenals de drie theorieavonden werden er ook drie excursies georganiseerd, en daarbij gaat de dank uit naar Natuurmonumenten en het Drentse Landschap voor de medewerking.
De eerste excursie eind mei op de Gasterse Duinen werd in de namiddag gestart, en daarbij werd er gezocht naar rupsen. Zo werd er bijvoorbeeld een wit laken op de grond gelegd en de takken werden vervolgens “uitgeklopt” waarbij de rupsen op het laken vielen. Soms kwamen er enkele micro’s mee! Ook werd er gezocht naar zakdragers, rupsjes van microvlinders die in een omhulsel leven. En warempel, er werd zelfs een zeldzame veenheidezakdrager gevonden! De avondexcursie leek even te komen vervallen door de straffe oostenwind maar er waren genoeg luwe plekjes en uiteindelijk werd het ’s avonds zelfs nog wat warmer en de wind ging liggen. Met een UV-lamp en een wit laken werden zo nachtvlinders, waaronder micro’s, gelokt.
De tweede cursusavond in begin juli werd gelopen op de Zuursche Duinen en hier werd voor het eerst gekeken naar de bladmineerders: microvlinders waarvan de rupsen (soms kronkelende) vraatpatronen vreten in de bladeren. In de vooravond werden meteen al veel soorten gezien waaronder enkele bijzonder mooie heidelichtmotten en een vers uit de pop gekomen bremsneeuwmot. ’s Avonds werd er weer met een UV-lamp gewerkt en al met al lieten 120 soorten nachtvlinders zich zien: onder hen 30 soorten micro’s. Enkele deelnemers wisten de soorten al thuis te brengen, of in ieder geval was het mogelijk om ze in de juiste familie te plaatsen. Ook nu weer waren er wel interessante soorten bij zoals de tweevlekboegsprietmot en de bessenpedaalmot. De laatste was goed te herkennen aan het omhoog gerichte achterlijf en vleugels.
Uiteindelijk, de afsluitende excursie, in augustus, vond plaats op het Hijkerveld. Ook voor de terreinbeheerder was het interessant dat we dit gebied bezochten omdat er nog heel weinig van vlinders bekend is uit dit gebied. Aanvankelijk werd de wandeling weer gestart met het item “verborgen soorten”, oftewel de bladmineerdersporen van micro’s die veel mensen ontgaan. Verder op de route zagen we talloze variabele grasmotten en hebben we nog gezocht naar rupsjes van de oranje dwergbladroller in zaden van schermbloemigen, maar helaas: niet gevonden. Het leuke is dat je tijdens de excursie ook altijd grote nachtvlinders tegenkomt en dan leer je ook direct het verschil tussen grote en kleine vlinders, als worden verschillen tussen rupsen en levenswijzen zichtbaar. Voor het eerst werd er ’s avonds “gevangen” met drie UV-lampen en iedereen bleef ook beduidend langer. Het was gezellig…en weer leerzaam, want er waren ook veel exemplaren. En dan kan het oefenen weer doorgaan. Uit het enthousiasme en de tevreden reacties kan worden geconcludeerd dat elke deelnemer veel geleerd heeft over de achtergestelde groep van de microvlinders.



Categorie: Verslagen | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | Nieuwer


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.