De ronde zakdrager, Rebelia herrichiella, nog altijd in Nederland

Gepubliceerd op 21 februari 2011 door Hetty Soetekouw & Tymo Muus
 
Begin dit jaar werd de ronde zakdrager (Rebelia herrichiella) na ruim 40 jaar weer in Nederland gevonden in de provincie Utrecht. De vindplaats is direct ook een nieuw vliegterrein buiten de historische vondsten om. Uit omringende landen is de soort alleen bekend uit Frankrijk, Midden-Europa en delen van de Balkan. De enige vondsten in West-Europa komen uit Nederland.

Interessante herontdekking
Op 21 januari vond Hetty Soetekouw een zakje op de heide bij Amersfoort. Ze dacht aanvankelijk aan de voor haar bekende hoornzakdrager (Luffia lapidella). De plaatste de foto op Waarneming.nl en na correspondentie via e-mail bleek dat het wel eens een bijzondere vondst kon zijn: de ronde heidezakdrager. Het formaat van de koker en na aanleiding van de eerder gevonden Rebelia herrichiella's in ons land maakte het wel erg waarschijnlijk dat het om deze soort gaat. Maar er is zeker ook een discussie te voeren over welke Rebelia nou werkelijk in Nederland voorkomt, zie verder in dit artikel.
Dani Bolt, zakdrageronderzoeker en de grote specialist op het gebied van zakdragers, Peter Hättenschwiler (beide Zwitserland), deelden deze mening maar achten onderzoek noodzakelijk. In februari werden nog diverse zakjes gevonden, samen met de zeldzame pluimzakdrager (Ptilocephala plumifera).

Historische vondsten

De soort werd in 1948 voor het eerst nieuw geconstateerd in ons land op basis van een mannelijk gevangen vlindertje in Nuenen (Noord-Brabant). Dit exemplaar werd door de Duitse specialist Leo Sieder op naam gebracht. In navolging van deze waarneming werden later nog zakjes gevonden bij Amsterade (1959) en in het Nationaal Park Meinweg (1970; Zuid-Limburg). De meest dichtsbijzijnde vindplaats in het buitenland ligt nabij het Duitse Oberhausen (Nordrhein-Westfalen).
De Nederlandse vliegplaatsen zijn bijzonder, "de soort kent een groot verspreidingsgebied in centraal Europa, maar Nederland is nieuw voor mij" meldt Hättenschwiler. Vooral omdat de bekende vindplaatsen van de soort in Duitsland-Frankrijk-Italië tot in de Balkan (niet bekend uit België en Scandinavië) ver boven zeeniveau liggen.

Cyclus
De soort kent een eenjaarlijkse cyclus, met vlinders vanaf half mei tot eind juni-begin juli. De mannelijke vlinders zijn gevleugeld, zijn grijs met een vale blauwmetalen glans; de wijfjes zijn vleugelloos en helder geel met een donzige witte beharing achter de kop.

Discussie:
Nederlandse materiaal misschien andere soort?
De status van veel Rebelia-soorten is onbekend in Europa. Welke soort is het Nederlandse materiaal? We gaan nu uit van herrichiella. Uit Europa zijn er twaalf leden van het genus Rebelia. De soort herrichiella kent twee ondersoorten. De vlinders van alle Europese Rebelia-soorten lijken zeer sterk op elkaar en de zakjes zijn kwalijk uit elkaar te houden. Om die reden wordt het Nederlandse materiaal uitgekweekt en moet het door de palearctische specialist en aansluitend DNA-onderzoek in Oostenrijk en Finland nagekeken worden.

Gelet op de huidige verspreiding van herrichiella is het zeer aannemelijk dat deze soort op de Nederlandse lijst thuishoort. Op dit moment beschouwen we de soort (nog) als herrichiella overeenkomstig met de eerdere vondsten. Er zijn opvallende argumenten waardoor het Nederlandse materiaal wel eens een heel andere soort kan zijn, namelijk R. ferruginans, denkt Tymo Muus. De rupsen van herrichiella zijn namelijk meer grijs en alle Nederlandse rupsen zijn helder oranjebruin, een kenmerk van ferruginans. Nog opmerkelijker is dat de vondsten van deze Alpiene Zwitserse soort óók samen werden gedaan met de pluimzakdrager en in een identiek habitat: de rupsen leefden vooral van korstmos, klauwtjesmos en struikheide. De Nederlandse zakjes werden ook gevonden op jonge heide, sommige zakjes zaten op bekermos (Cladonia sp.). Zakken van R. ferruginans worden vaak hangend aan heideplanten gevonden, net als de Nederlandse zakjes, terwijl R. herrichiella vooral in kruidenrijke graslanden wordt gevonden waarbij de zakjes doorgaans in of op de grond liggen.
Wordt vervolgd.

Vlinderrupsen in zakjes?
In Nederland kennen we vijfentwintig soorten zakdragers (Psychidae). Het is niet uniek dat er insecten zijn die in zakjes leven, zoals enkele landkokerjuffers (Trichoptera) en gaasvlieglarven (Chrysopidae). Deze soorten worden vaak gekenmerkt door de grote kaken en sterk ontwikkelde 'voorpoten'. Bij de vlinders zijn er diverse families waarbij zakjes gemaakt worden. Een aantal van deze families zijn typische mineerders. Andere soorten leven van dood bladafval, zoals enkele langsprietmotten (figuur 5). Bij de zakdragers is er maar een soort die mineert: de slakkenhuiszakdrager (Apterona helicoidella). Van deze soort bevinden zich enkele zakjes in het Zoölogisch Museum verzameld te Susteren, in 2010 werden in Bennekom opnieuw zakjes gevonden. Enkele andere soorten leven soms kort als mineerder maar gaan snel over op rigoreuse vreetwijze die al niet meer minerend is te noemen. Zoals de grijze heidezakdrager (Sterrhopterix fusca). De soorten overwinteren als zakje en een aantal soorten kent een tweejaarlijkse cyclus. Vlinders zijn vaak saai van kleur, de meeste wijfjes zijn volledig vleugelloos.

Categorie: Faunistiek | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | Nieuwer


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.