Op weg naar een voorlopige Rode Lijst voor microvlinders

Gepubliceerd op 25 november 2022 door Tymo Muus
 

Het is in 2023 exact tien jaar geleden dat een "voorlopige Rode Lijst" voor de macronachtvlinders verscheen. Van alle nu nog in ons land voorkomende soorten macronachtvlinders werd toen besloten 51% een voorlopige roodgekleurde status toe te kennen. Een Rode Lijst voor microvlinders kan aanvullende kennis genereren waarmee we een totaaloverzicht krijgen over de algehele staat van het Nederlandse vlinderbestand. Een preview.

Ooit werd de noodklok geluid over de sterke instorting van de vlinderpopulaties in Nederland. De laatste tijd is het steeds stiller geworden als het gaat om dit onderwerp. Terwijl de aandacht verlegd wordt naar vernieuwde educatie en daaraan verbonden monitoring, raakt de berichtgeving over de vlindersterfte naar de achtergrond. De oplettende natuurliefhebber zal het ook dit jaar niet ontgaan zijn dat de vlinderstand er bovendien niet beter op wordt. De vlinderdiversiteit wordt nog altijd bedreigd door een veelheid aan menselijke factoren, waaronder aanhoudende klimaatverandering. Gebruikelijk is er bij een groot aantal vlindersoorten sprake van een alsmaar doorgaande (dramatische) achteruitgang. Ook een groot aantal microvlinders zijn zeer gevoelig voor veranderingen in het milieu, zowel wat betreft het klimaat als veranderingen in hun leefgebied. Decennialange verrijking van de bodem door stikstofoxiden heeft unieke biotopen veranderd, leefgebied is versnipperd en veranderd, lichtvervuiling is alsmaar toegenomen en het beheer is drastisch veranderd in het kader van 'redden wat er nog te redden valt' (ook doet dat op korte termijn eerder kwaad, dan goed). Klimaatverandering is op dit moment aantoonbaar de belangrijkste factor van de vlindersterfte. Vlinders bezwijken simpelweg aan een veelvoud aan stressfactoren. Tevens is de natuurlijke aanwas van soorten van de laatste decennia voor een groot deel te danken aan een veranderd klimaat. Deze hete zomer was voor een aantal soorten microvlinders opnieuw funest. Het kijken door een andere bril, namelijk door ook rupsen en mijnen te monitoren, maakt beter inzichtelijk waar en wanneer de schade het grootst is. Rode lijsten kunnen een middel zijn om inzichtelijk te maken welke soorten het écht moeilijk hebben.


De rode heidelichtmot (Selagia spadicella) komt nog op één plaats bij Bergen aan Zee voor en is ook daar bijna verdwenen en wordt dus met uitsterven bedreigd.

Meten is maar een beetje weten
In Nederland wordt het één na het andere initiatief geïnitieerd om de staat van de biodiversiteit in kaart te brengen. Ze zijn gericht op het grote geheel, maar herbergen geen onmiddellijke strategie om de meeste soorten van de ondergang te redden. Met behulp van een enorme hoeveelheid opgeslagen in de Nationale Databank Flora- en Fauna (NDFF) is voor veel soorten op vele manieren inzichtelijk te maken hoe een soort zich over een periode heeft gedragen. Het landschap van de natuurbescherming wordt gedomineerd door een aantal organisaties die de natuurbescherming op basis van cijfers cultiveren. Nederland is momenteel aanvoerder in de wereld als het op natuurdata aan komt. Desalniettemin leidt statistische armoede binnen specialistische groepen nog altijd tot het buiten spel zetten van soortbescherming binnen deze groepen. Van veel specialistische flora en fauna ontbreekt nog altijd veel data en voor een interpretatie is een veelzijdig team aan specialisten noodzakelijk. Bovendien is de vertaalslag naar soortbescherming op soort- en nicheniveau erg ingewikkeld als aanvullende kennis en specialisme onderbelicht blijft. Na de cijfers en de trends loopt de dialoog over de soortbescherming meestal vast. Slechts voor enkele soorten wordt bescherming op soortniveau uitgewerkt. Vaak kan men met een meerdere vliegen in één klap-beleid een grote slag slaan om meer soorten in één keer te helpen in een versnipperd landschap vol stressfactoren. Een blik op het grotere plaatje en soorten binnen dezelfde niche leidt tot interessante inzichten.

Nieuwe kennis
Bij veel soorten microvlinders geldt eveneens een data-armoede en dat betekent, dat op statistische gronde een Rode Lijst nog ver weg lijkt. Maar door veel meer elementen met elkaar te combineren, vergelijkbaar met “metadata” onderzoek, is een vertaalslag naar een Rode Lijst zeker mogelijk. Jarenlang werd zeer diverse informatie over de Nederlandse microvlinders bijeengebracht zoals dit ook in omringende landen nog niet eerder op dergelijke wijze is gedaan. Aanvankelijk heeft tien jaar lang in het teken gestaan van het verzamelen van biologische informatie over elke soort. Soorten die als rups aan één specifieke voedselplant gebonden zijn, die noemen we monofaag. Andere soorten zijn oligofaag of polyfaag: de rupsen van deze soorten leven op enkele gelijkende (oligofaag) of een breed scala aan voedselplanten (polyfaag). Indien een soort monofaag is, dan kan de soortbescherming met de voedselplant in feite hand-in-hand gaan! Het onderzoek leverde honderden nieuwe voedselplantdata op, alsook rupsen van soorten die nooit eerder gevonden of beschreven waren. Een tweede stap richtte zich op ecologische kennis, zoals bezoeken aan vliegplaatsen van ruim 400 "kritische" soorten, met de doelstelling om inzicht te verkrijgen over de eisen die soorten stellen. Een grootschalige analyse van de voor- en achteruitgang van microvlinders op basis van hun verspreiding leverde verrassende ontdekkingen op, afgezet tegen aantallen, voedselplantkeuze en biotoop. Van een groot aantal soorten is gebleken dat de verspreiding in Nederland is geslonken de parallellen met het afgenomen biotoop en mede de voedselplant zijn in het leeuwendeel overweldigend. Bij sommige soorten is de verspreiding nagenoeg gelijk gebleven, maar zijn aantallen in de loop van de laatste 20 jaar alsmaar gekelderd. Soms zelfs op dezelfde locatie, binnen de 10 jarige onderzoeksperiode. Bezoeken aan oude vindplaatsen leverde de bevestiging (alsook natuurlijk de kennis) op dat soorten inderdaad definitief uit ons land zijn verdwenen of de situatie ten opzichte van een voorgaande periode alsmaar is verslechterd. Het combineren van al deze nieuwe data, ter ruime aanvulling op de soms magere statistische data, heeft geleid tot de productie van een voorlopige Rode Lijst.


Achteruitgang van soorten in unieke terreinen door "vermossing" en verbossing.

Rode lijst gebaseerd op meer dan cijfers
Gemiddeld genomen geldt dat de microvlinderfauna voor de meeste Europese landen is toegenomen en algemene statistieken op gebied van de macronachtvlinders soortgelijk zijn. De laatstgenoemde groep wordt intussen in een aantal landen (en ook regionaal, zoals in graafschappen in Engeland) gemonitord en over het algemeen geldt dat macronachtvlinders de laatste decennia wel in aantallen afneemt. In 2013 kwam men in Engeland tot de conclusie, dat een sterke neergaande tendens in de periode 1980 en 2010 voor de inheemse microvlinders vrijwel identiek is aan de macrovlinders. Voor Nederland gold in 2013 ook al een behoorlijke neerwaartse trend voor de macronachtvlinders voor zo’n 51% (n=396) van de 771 nog in ons land voorkomende soorten (minus de verdwenen soorten). Zo’n 60 soorten werd in 2013 ook aangemerkt als “verdwenen”. De trends (en daaraan verbonden status) zijn ongetwijfeld aan verandering onderhevig als gevolg van een nieuwe aanwas van data dankzij de opgezette nachtvlindermonitoring.

Voorlopige Rode Lijst macronachtvlinders 2013
Ernstig bedreigd 63 soorten
Bedreigd 102 soorten
Kwetsbaar 96 soorten
Gevoelig 135 soorten
Niet bedreigd 303 soorten
Trekvlinders 33 soorten
Incidenteel optredend 39 soorten
Verdwenen (19-20e eeuw) 40 soorten
Verdwenen (21e eeuw) 20 soorten
  
Voorlopige Rode lijst microvlinders 2023
Ernstig bedreigd 38 soorten
Bedreigd 69 soorten
Kwetsbaar 146 soorten
Gevoelig 165 soorten
Niet bedreigd 869 soorten
Ingeburgerde exoten 19 soorten
Trekvlinders 9 soorten
Incidenteel optredend 17 soorten
Onvoldoende informatie 71 soorten
Verdwenen (19-20e eeuw) 78 soorten
Verdwenen (21e eeuw) 16 soorten

Een voorlopige Rode Lijst voor de Nederlandse microvlinders kent geen duidelijk overzicht met en/of gebaseerd op trends. Het overzicht is geproduceerd aan de hand van een "bulk" aan soortspecifieke eisen, kansen- en bedreigingen, verspreidingsontwikkelingen en (lokale) trends. Aanvankelijk is eerst de naamlijst van de microvlinders opgeschoond tot 1497 soorten (adventieven niet meegerekend). Het meest interessant is om het oorspronkelijk inheemse deel van 1358 soorten apart te nemen. Daarvan bevindt 31% (n=418) van de nu in ons land te vinden soorten in moeilijk weer. Een ander deel van 64% (n=869) is vooralsnog aangemerkt als “niet bedreigd” (maar zo'n 65 soorten laten eerder een negatieve ontwikkeling zien). Van een klein deel met 5% (n=71) ontbreekt enige duidelijke informatie.


Rode Lijst categorieën: macronachtvlinders (lijst 2013) vergeleken met de microvlinders (lijst 2023, in prep.).

Veel microvlinders hebben het moeilijk
De 31% met rood kleurende soorten is opgebouwd uit vier categorieën: ernstig bedreigd, bedreigd, kwetsbaar en gevoelig. De 38 “ernstig bedreigde” soorten komen op slechts nog enkele vierkante meters in een uniek gebied voor. Het merendeel is monofaag gebonden aan een met eveneens Rode Lijst-(voedsel)plant. De kans op uitsterven is dan ook voor deze soorten aanzienlijk groot, mede gezien tal van bedreigingen en de in sommige gevallen neerwaartse trend binnen deze populatie(s). Al deze soorten zijn blootgesteld aan overeenkomstige problematieken. Het zijn soorten die binnen afzienbare tijd niet meer in ons land voor kunnen komen. Een ander deel van 69 soorten krijgen de status “bedreigd” vanwege een afname van het verspreidingsareaal in 10 jaar tijd met >50%. Van een aantal soorten zijn de aantallen afgenomen, is ook de voedselplant sterk afgenomen en wordt het leefgebied ook nog eens bedreigd. Een ander deel van 146 soorten is aangemerkt als “kwetsbaar” omdat de verspreiding in 10 jaar tijd eveneens sterk is afgenomen (25-50%) en daarmee landelijk zeldzaam tot zeer zeldzaam te boek staat. Het zijn soorten waarvan de aantallen eveneens lokaal aan het kelderen zijn en waarvan de achteruitgang op bekende vindplaatsen door veldwerk bevestigd is. Tot slot, 165 soorten die staan aangemerkt als “gevoelig” vertonen een achteruitgang in aantallen en/of vertonen al sinds de 20e eeuw achteruitgang. Ook dit zijn soorten die (in relatie tot de andere soorten in het rode gedeelte van de lijst) stuk voor stuk kritische eisen stellen. Opgemerkt moet worden dat van 71 soorten zo weinig bekend is dat er geen zinnig woord over een status gezegd kan worden, bijvoorbeeld omdat er maar één vondst van bekend is of omdat er weinig biologische of ecologische kennis beschikbaar is. Deze soorten zweven nu dus (nog) in grijs gebied. Desondanks is de conceptlijst zeer realistisch en staat door een combinatie van zo veel meewegende factoren dicht bij de werkelijkheid.


De witpootpalpmot (Mirificarma lentiginosella) is verdwenen uit Nederland.

94 soorten verdwenen
Deze voorlopige lijst leert ons dat 94 soorten uit ons land zijn verdwenen, waaronder 19 soorten die sinds de eeuwwisseling zijn verdwenen. De kans dat ook maar een deel van deze soorten terugkeert, is bij het gros dan ook uitgesloten als gevolg van verlies van leefgebied (en daarmee soms ook de voedselplant). Opvallend is ook dat een groot deel van de soorten die bij ons verdwenen zijn of staan aangemerkt als “ernstig bedreigd” of “bedreigd” parallellen vertonen met de omliggende landen. In dat licht is het onbegrijpelijk te noemen, dat microvlinders niet een veel groter deel van de microvlinderfauna wordt opgenomen in een Europese Rode Lijst. Het betekent namelijk dat bij wijze van elke 2 jaar één soort microvlinder verdwijnt uit ons land. Er komt dan vaak wel weer een zuidelijke soort of exoot voor in de plaats. Het verdwijnen bij ons betekent een stapje dichterbij het onherroeppelijke verdwijnen van soorten op wereldschaal en bovendien brengt het verdwijnen van soorten de stabilteit van gehele levensgemeenschappen in gevaar.

In ieder geval zal op aanzienlijke termijn de complete voorlopige lijst op deze website verschijnen. We komen daarmee een stap dichter bij de bescherming van micro's. Ook al zijn ze soms klein, maar bijzonder en mooi genoeg en het beschermen waard.



Categorie: Project | Terug naar nieuwsoverzicht | Ouder | 


 
 
 
  © All content copyright www.microlepidoptera.nl and allied photographers.